Duurzame inzetbaarheid laagopgeleide werknemers

gepubliceerd: 11-10-2018

Panteia heeft in opdracht van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid een onderzoek uitgevoerd naar investeringen van werkgevers in de duurzame inzetbaarheid van laagopgeleide werknemers.

Uit het onderzoek blijken twee belangrijke ontwikkelingen waarmee Nederlandse beleidsmakers in toenemende mate worden geconfronteerd: de vergrijzing van de beroepsbevolking en de toepassing van technologische innovaties in het arbeidsproces. De verwachting is dat beide ontwikkelingen nadrukkelijk hun stempel zullen drukken op de economische en maatschappelijke ontwikkelingen tijdens de komende decennia. Door vergrijzing neemt het aantal werkenden ten opzichte van het aantal gepensioneerden af. Hierdoor komen delen van het sociale zekerheidsstelsel in toenemende mate onder druk te staan. Ook verouderen eerdere vaardigheden en kwalificaties door technologische ontwikkelingen.

De uitdaging is dus om zo goed mogelijk gebruik te maken van de beschikbare arbeidskrachten. Werknemers moeten langer gezond en productief blijven, en tegelijkertijd moeten hun vaardigheden up-to-date blijven. Kort gezegd, werknemers moeten duurzaam inzetbaar zijn en blijven.

Een doelgroep waarvoor speciale  aandacht is, is de groep van laag opgeleide werknemers. Op wat voor manier kunnen  werknemers met beperkte kwalificaties, veelal werkzaam in beroepen die bestaan uit fysiek belastende  werkzaamheden, ervoor zorgen dat ze gezond blijven en over  vaardigheden beschikken die op de arbeidsmarkt relevant zijn?

De werkgevers van deze  laagopgeleide werknemers kunnen hier mogelijk een taak in vervullen. Het doel van dit onderzoek is daarmee om in kaart te brengen op wat voor manieren werkgevers momenteel investeren in de duurzame inzetbaarheid van deze werknemers. Een belangrijke vraag is daarbij ook naar de redenen waarom en de omstandigheden waaronder werkgevers tijd en middelen investeren om de duurzame inzetbaarheid van laagopgeleide werknemers te verbeteren.

Panteia voerde dit onderzoek uit  aan de hand van casestudies bij 16 bedrijven in 4 sectoren waar veel laagopgeleide werknemers werkzaam zijn. Daarnaast is een aantal statistische data-analyses uitgevoerd op de databestanden van de Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden (NEA) en de Werkgeversenquête Arbeid (WEA).

De uitkomsten benadrukken dat veel laagopgeleide werknemers weinig bezig zijn met hun eigen duurzame inzetbaarheid. Werkgevers zijn in beginsel gemotiveerd om activiteiten te ontplooien die de duurzame inzetbaarheid vergroten, maar worden weerhouden om te investeren op het moment dat er geen financiële ruimte is, of als blijkt dat de werknemer ongemotiveerd is. Daarnaast komt naar voren dat O&O-fondsen een specifieke rol kunnen spelen bij het scheppen van financiële ruimte om te investeren in duurzame inzetbaarheid.

Neem contact op

Heeft u vragen of wilt u meer informatie? We staan u graag te woord.

Bel ons op: 079-322 20 00