Rechtsbescherming van studenten in het hoger onderwijs

gepubliceerd: 11-10-2018

Het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap legde een aantal vragen voor aan Panteia, zoals: "Hoe ziet de wettelijke basis en de uitvoering van de rechtsbescherming van mbo-studenten en patiënten uit de zorg eruit?"

Aanleiding "Neem de rechtsbescherming van ho-studenten onder de loep en sta daarbij open voor goede voorbeelden uit andere sectoren", was de oproep die de minister van OCW kreeg tijdens het plenaire debat over de Wet studievoorschot hoger onderwijs. Deze oproep was ge[INVALID]erd op een aantal zorgen over onder andere de kwetsbare positie van studenten in de relatie met het bevoegd gezag van de school.

Studenten zouden in deze relatie te afhankelijk zijn van de regels die voortvloeien uit het onderwijs- en examenreglement (OER). Ook het ISO (Interstedelijk Studenten Overleg, landelijke studentenorganisatie) gaf aan dat het nodig is om de rechtspositie van studenten op diverse punten te onderzoeken. De heer Ganzevoort, lid van de Eerste Kamer, verzocht daarom om een breed onderzoek waarin gekeken wordt naar mogelijke leerpunten uit andere sectoren. De rechtspositie van patiënten in de gezondheidszorg zou daarvoor een goed voorbeeld zijn. Panteia voegde daar, in overleg met het ministerie, een vergelijking met de rechtsbescherming van studenten in het mbo aan toe.

Rechtsbescherming van ho-studenten Als we het hebben over de rechtsbescherming van studenten gaat het, anders dan bij medezeggenschap waar het gaat om de collectieve rechten, om individuele kwesties tussen de student en de instelling. Hierbij wordt er een onderscheid gemaakt tussen klachten en geschillen. Klachten van studenten gaan over de wijze waarop de instelling of het orgaan c.q. de persoon die onder diens verantwoordelijkheid functioneert, zich jegens de student heeft gedragen (bijvoorbeeld bij de begeleiding van een [INVALID]ie). Geschillen zijn te onderscheiden in twee typen, namelijk:

  • Een geschil dat betrekking heeft op de beoordeling van een student (bijvoorbeeld over een tentamen) of toelichting (bijvoorbeeld de beslissing over toelating tot een master);
  • Een geschil van algemene aard dat betrekking heeft op de 'Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (WHW)' of daarop ge[INVALID]erde regelingen (bijvoorbeeld een besluit van het college van bestuur tot beëindiging van de inschrijving).
De procedures voor de behandeling van een klacht of geschil zijn verschillend, zie ook onderstaande figuur.

Lessen uit het mbo en de zorg 
Na een grondige analyse van diverse documenten en gesprekken met verschillende (juridische) experts en betrokkenen uit de zorg, het mbo en het hoger onderwijs heeft Panteia een aantal lessen geformuleerd. Alhoewel de wettelijke basis voor de rechtsbescherming van mbo-studenten en patiënten in de zorg verschillen met die van studenten in het hoger onderwijs, zijn er wel degelijk lessen uit deze sectoren te trekken voor het hoger onderwijs. Samengevat gaat het om de volgende lessen:
  1. Een interne ombudsman: een mediator, functionaris waar de student terecht kan met vragen, hem/haar helpt bij het indienen van een klacht of indien nodig een onderzoek instelt;
  2. Inzet en betrokkenheid van studentenvakbonden en werkgeversorganisaties om kwaliteitsverbetering van de (geldende) procedures te stimuleren;
  3. Informatieplicht of -recht voor een toelichting op de geldende procedures;
  4. Leren van klachten en geschillen structureel verankeren binnen de ho-instellingen.
Gezien het verkennende karakter van dit onderzoek heeft Panteia in haar rapport naast lessen ook vervolgvragen geformuleerd. Dit zijn vragen die naar aanleiding van dit onderzoek nog nader onderzoek vereisen.

Voor meer informatie over het onderzoek, de vervolgvragen en de resultaten kunt u het onderstaande rapport lezen en de kamerbrief downloaden.

Neem contact op

Heeft u vragen of wilt u meer informatie? We staan u graag te woord.

Bel ons op: 079-322 20 00